Maarten van Steen aan het woord over zijn werk als voorzitter van de werkgroep Research en Innovatie van de Nederlandse AI Coalitie.
Sinds de oprichting van de Nederlandse AI Coalitie is Maarten van Steen (Wetenschappelijk directeur van het Digital Society Institute, Universiteit Twente) betrokken als voorzitter van de werkgroep Research en Innovatie. Maarten trekt de werkgroep samen met Stefan Leijnen (Lector Artificial Intelligence, Hogeschool Utrecht).
Belang van onderzoek en Innovatie
Onderzoek en innovatie met betrekking tot Artificiële Intelligentie (AI) is essentieel. Te vaak wordt gedacht dat de technologie al beschikbaar en toepasbaar is in verschillende sectoren. Maarten van Steen: “Niets is minder waar. Heel vaak blijkt dat we te weinig weten van de technologie, die we zelf ontwikkelen. Bijvoorbeeld: een verandering in datasets die we gebruiken voor automatisch, machinaal leren, kan zomaar tot nieuwe inzichten leiden, waaruit blijkt dat het leren nog onvoldoende was. Denk bijvoorbeeld aan datasets die discrimineren. Onderzoek naar AI-technologie is daarom essentieel.
Het is belangrijk om niet alleen maar ‘te onderzoeken’, maar ook om er iets mee te doen. In mijn rol als voorzitter blijf ik erop hameren, dat we vanuit de werkgroep veel aandacht besteden aan innovatie. Simpel gezegd, het uitrollen van technologie na de onderzoeksfase”.
Activiteiten van de werkgroep
Maarten van Steen: “Onze werkgroep zorgt voor verbinding tussen onderzoek en innovatie en de toepassingsgebieden (sectoren). Die aansluiting is nog onvoldoende. De partijen weten vaak onvoldoende van elkaar wat de mogelijkheden van AI zijn. Degenen die binnen een organisatie AI moet implementeren zijn onvoldoende bekend met waar onderzoek staat of welke innovaties er zijn. Onderzoekers zijn daarentegen vaak niet op de hoogte waar het probleem ligt bij de sectoren.
Om te zorgen voor een betere afstemming is er binnen onze werkgroep de deelwerkgroep ‘Impact’ gestart om te zorgen dat er daadwerkelijke impact wordt bereikt met AI-technologie. Met de deelwerkgroep ‘Consortia’ kijken we naar relevante AI-programma’s (nationaal en internationaal) en hoe we vervolgens tot succesvolle consortia kunnen komen rondom onderzoek en innovatie om te komen tot verdere ontwikkeling van AI-technologie.”
Realisatie van een nationaal AI-netwerk
Het doel is om over een aantal jaren onderzoek en innovatie in AI-technologie in Nederland effectiever te maken. Partijen als CLAIRE, ELLIS, ICAI, BNVKI hebben zich al regionaal en nationaal verenigd om krachten te bundelen. Maar er is meer nodig, aldus Maarten van Steen. “De NL AIC heeft gekozen om niet één nationaal AI-instituut op te zetten, maar één nationaal AI-netwerk. Dit netwerk moet voor de buitenstaander ogen als één coherent geheel, en sterker, opereren als één geheel.
Hiervoor moeten we alle partijen aan dezelfde tafel zien te krijgen. Er is gekozen om te werken met hubs en spaken, die gezamenlijk de knopen in het AI-netwerk vormen. Een knoop is een ecosysteem, niet een specifieke organisatie of instelling. Waar spaken doorgaans een sterke regionale functie hebben, zijn hubs vaak omvangrijke (regionale) ecosystemen die ook een nationaal coördinerende rol hebben. Het zijn meestal al bestaande ecosystemen. De hubs, die al zijn gestart: Amsterdam, Noord Nederland, Oost Nederland, Zuid-Holland en Brainport in Eindhoven brengen bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties samen, die werken met AI. Bestaande samenwerkingsverbanden worden hiermee verstevigd en verder uitgebouwd.
Het vormen van die knopen is een interessant proces. De NL AIC speelt hier nadrukkelijk een rol in door eigenlijk te stellen: wil je meeprofiteren in de ontwikkelingen (en financieringen) rondom AI, dan moet je ervoor zorgen dat je jezelf goed georganiseerd hebt en dat je bereid bent om de helpende hand uit te steken voorbij je eigen ecosysteem. Een evenwicht tussen halen en brengen. Die bereidheid daartoe is erg groot, terwijl zichzelf organiseren niet altijd eenvoudig is. Precies met betrekking tot dat laatste speelt de werkgroep Research en Innovatie nu een belangrijke rol. De NL AIC legt een ecosysteem niet op hoe het zich organiseert. Zij kan wel de randvoorwaarden formuleren, waaraan een organisatie moet voldoen, waarbij belangrijk is: zorg voor effectieve vertegenwoordiging op bestuurlijk niveau en op de niveaus van de verschillende NL AIC werkgroepen.
Door goed met elkaar samen te werken hoop ik dat elke knoop een interne organisatie vindt die ervoor zorgt dat we op nationaal niveau als een eenheid kunnen optreden met onderling goed afgestemde activiteiten.”
Belang van het AI-netwerk
Het realiseren van een AI-netwerk is van groot belang en wel om één reden, zegt van Steen: “een gezamenlijk gezicht naar buiten. Een partij waar je niet meer omheen kunt omdat het z’n zaakjes op orde heeft. Het is als met een goede vakcentrale: als je kunt spreken namens het hele veld, dan heb je een stem en kun je voor dat veld ook echt wat betekenen. Nederland staat er met betrekking tot AI niet heel goed voor: vele landen om ons heen hebben al ontzettend veel meters gemaakt en trekken talent weg uit Nederland. Door nu te laten zien dat het voor ons menens is, kunnen wij ook meters maken. We zijn een team, en kunnen ook opereren als een team, verenigd in een enorme diversiteit. Dit alles om te komen tot versnelling van technologische ontwikkelingen, van innovatie, van maatschappelijke inbedding en van economische ontwikkelingen.