Na ruim 5 jaar met heel veel plezier voor de Nederlandse AI Coalitie gewerkt te hebben, zwaait Kees van der Klauw af als coalitiemanager. We blikken samen met hem terug op deze periode. Waarin AI als systeemtechnologie op de kaart werd gezet, de coalitie uitgegroeid is tot een samenwerkingsverband van bijna 500 deelnemende organisaties, diverse samenwerkingen tot stand kwamen en vele projecten en programma´s werden gestart én gerealiseerd.
Van taskforce tot Nederlandse AI Coalitie
In zijn lange carrière bij Philips was Kees van der Klauw nauw betrokken bij meerdere digitale transformaties, en maakte hij de enorme impact daarvan op de business van dichtbij mee. Toen hij werd gevraagd om als coalitiestrateeg vorm te geven aan een publiek-private samenwerking op het gebied van AI hoefde hij dan ook niet overtuigd te worden van het belang van deze technologie. Nadat hij ook overtuigd was van het commitment van de stakeholders in wat toen nog de Taskforce AI was, en waar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, VNO-NCW, enkele wetenschappers, ECP, TNO en enkele bedrijven bij betrokken waren, ging hij aan de slag om de beoogde partners te proberen te betrekken bij de samenwerking. “Al snel werd duidelijk dat het enthousiasme voor het initiatief de initiële ambitie om zo’n 40 partners bij elkaar te krijgen sterk oversteeg en dat de potentie van AI veel groter was dan velen vooraf hadden ingeschat. Van Groningen tot Limburg en van Amsterdam tot Twente, waren er mensen bereid om er in hun vrije tijd de schouders onder de samenwerking te zetten. Een belangrijke succesfactor voor de vorming van de Nederlandse AI Coalitie tot wat deze nu is.”
Wat betekent AI voor jou?
“De impact van AI als systeemtechnologie houdt in de eerste plaats een maatschappelijke transformatie in. Het is een onderdeel van de digitalisering, maar de sociale en economische impact is enorm. Bij de opdrachtgevers in de Taskforce AI werd destijds ook goed begrepen dat dit niet zozeer om de technologie zelf ging, maar om wat het doet met onze samenleving. Vanuit dat uitgangspunt hebben we de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC) dan ook vormgegeven en dit zie je nu ook terug in de programma’s en werkgroepen van de NL AIC.”
Waar ben je het meest trots op?
“Het belangrijkste wat we hebben bereikt is wat mij betreft de samenwerking die we tot stand hebben gebracht. Deze samenwerking gaat echt over kennis- en ervaringsuitwisseling en samen optrekken. In sommige gevallen zie je dat organisaties pas gaan lopen als er subsidies beschikbaar zijn, maar dat is bij de NL AIC niet het geval geweest. Het is uniek hoe gemotiveerd partijen zijn om ook zonder die incentive samen op te trekken. Zeer belangrijk om de schaalgrootte te bereiken die nodig is om slagkracht te realiseren en vervolgens subsidies te ‘verdienen’.
Daarnaast ben ik echt trots dat we als NL AIC een centrale toepassing voor het ELSA concept (Ethical, Legal and Societal Aspects) hebben uitgewerkt. ELSA als concept bestaat al een halve eeuw, maar hoe we dat centraal hebben weten te stellen en als aanpak ingezet hebben voor mensgerichte AI, waarbij ook de dialoog met inwoners van Nederland onderdeel is van de aanpak, vind ik echt bijzonder.”
“En ik ben natuurlijk ook trots op het programma AiNed dat door het Nationaal Groeifonds is gehonoreerd met een budget van 204,5 miljoen euro. Dit vanuit de NL AIC ontwikkelde programma kende een lange adem als één van de eerste projecten van het Nationaal Groeifonds waarbij we niet een kant en klaar project voorstelden, maar een lerende benadering die nogal nieuw was. Het is mooi om te zien hoe nu het programma wordt uitgerold en ook duidelijk wordt dat we nog veel meer van de door NL AIC voorgestelde doorbraakprojecten nodig hebben om Nederland op koers te houden.”
Wat is de rol van de regionale AI-hubs in NL AIC?
“Om effectief samen te werken heb je een bepaalde kritische massa nodig, maar er zit ook een bovengrens aan, want als het te groot wordt, gaan ontwikkelingen te traag en is er kans op stagnatie of wordt het een praatgroep. Bovendien was al vanaf het begin duidelijk dat de NL AIC geen Haags feestje moest worden, maar dat partijen uit het hele land moesten worden betrokken, en daarbij zijn naast de kennisinstellingen ook bedrijven, overheden en de inwoners van Nederland onmisbaar. We zijn daarom op bezoek gegaan bij alle regio’s om te kijken wat daar gebeurt, hen te inspireren en om hen aan te haken bij de NL AIC. Dat heeft geweldig gewerkt want binnen de regio’s zijn de netwerken vaak sterk en de lijntjes kort. Dit heeft geresulteerd in 7 regionale AI-hubs, die uitstekend met elkaar samenwerken. Zo hebben we een goed functionerend ecosysteem opgebouwd rondom AI.”
Wat zie je als de belangrijkste uitdaging en kans voor de ontwikkeling en toepassing van AI in Nederland?
“De introductie van ChatGPT heeft de urgentie en het bewustzijn dat AI een bepalende rol gaat spelen enorm versterkt. De populariteit van ChatGPT moet er echter niet voor zorgen dat we ons blind staren op generatieve AI en taalmodellen zoals ChatGPT. Er zijn enorme kansen in gefocusseerde toepassingen van Machine Learning bijvoorbeeld.
Wat mij betreft moet de discussie rondom AI zich niet slechts richten op functionele aspecten van AI als technologie, i.e. of AI ons een goed antwoord geeft op onze vragen. De discussie moet ook gaan over hoe AI dat doet en hoe we AI een rol willen laten spelen in onze maatschappij. Vanuit dat perspectief wil je bijvoorbeeld privacy, veiligheid en onafhankelijkheid garanderen, en energieverbruik minimaliseren. Maar daarmee ook kansen benutten voor de Nederlandse en Europese bedrijven. Dan is het logisch om te kiezen voor het ontwikkelen van netwerken van kleinere, specialistische (Machine Learning) systemen die goed met elkaar samenwerken, in plaats van één groot, centraal systeem dat steeds meer op een orakel gaat lijken. Daarnaast wordt duidelijk dat we goede wet- en regelgeving en protocollen nodig hebben, maar dat moeten we heel goed communiceren. Zodat mensen een geïnformeerde keuze kunnen maken tussen AI-toepassingen die een loopje nemen met privacy, ethiek, transparantie, veiligheid en afhankelijkheid en AI toepassingen die deze aspecten respecteren zoals we in de EU en Nederland stimuleren.”
Wat is een belangrijke succesfactor om dat te realiseren?
“Dit proces moet in Nederland en Europa goed georkestreerd worden in een integrale, multidisciplinaire aanpak. Vanwege de vele aspecten van AI, maar ook omdat je niet wilt dat er één partij dominant wordt. De protocollen met betrekking tot data delen bijvoorbeeld, deze moeten in samenwerking tot stand worden gebracht. Als je dat hebt bereikt, heb je ook een systeem nodig dat voor praktische toepassing van die protocollen zorg draagt in vele sectoren, eventueel met aanpassingen. Zo’n orkestratie is een voorbeeld van de rol van de NL AIC. Orkestratie is essentieel als je mensgerichte AI oplossingen wilt opschalen naar EU niveau. Op die manier kunnen we een heel goed alternatief bieden voor de bedrijf gedomineerde toepassingen die nu de Verenigde Staten en de staat gedomineerde toepassingen die China aanbieden.”
Wat is de rol van het bedrijfsleven?
“Het mkb vertegenwoordigt meer dan 50% van onze economie en dat aandeel zal naar verwachting groeien, gedreven door startups. Als mkb-ers hun data op orde hebben, kunnen ze al snel een sterke versnelling, efficiencyverbetering en kostenbesparingen in hun bedrijfsvoering bereiken door de inzet van AI. Als ze bovendien gaan samenwerken op onderwerpen waar ze toch niet kunnen concurreren, kunnen ze voorkomen dat ze afhankelijk worden van nieuwkomers die met een platform tussen hen en de klant gaan zitten, zoals we in de hotelbranche of detailhandel hebben gezien. Om die onderlinge samenwerking tot stand te brengen, is vertrouwen nodig. Dat is niet makkelijk maar als dat lukt, kun je een verandering, een doorbraak, in de keten realiseren waar alle partijen van kunnen profiteren.”
Wat wil je meegeven?
“Dat is eigenlijk een oproep aan de politiek. Het woord digitaal komt nauwelijks voor in het akkoord op hoofdlijnen en ook niet in verhouding tot het economisch en maatschappelijk belang in partijprogramma’s. En dat terwijl digitale technologie, en AI in het bijzonder, van essentieel belang is om de opgaven waar we voor staan te kunnen aanpakken. In de energietransitie, de zorg, het klimaat, voedselvoorziening, veiligheid, mobiliteit… Ik hoop dat de politiek en het nieuwe kabinet zich hier van bewust zullen worden en serieus met AI aan de slag willen. Anders bepalen andere landen de agenda. De NL AIC wil hier wel aan bijdragen.”
Wat ga je het meeste missen?
“Door de samenwerking met bijna 500 betrokken organisaties en meer dan 2.500 mensen en de enorme intrinsieke motivatie van de vele vrijwilligers en professionals die bij de NL AIC betrokken zijn, kijk ik met veel plezier terug op de afgelopen vijf jaar. Tijdens mijn betrokkenheid bij NL AIC heb ik het altijd druk gehad, met meerdere onderwerpen en uitdagingen tegelijkertijd op mijn bord. Mijn motto was ‘enjoy pressure’. Het zal even wennen zijn om die hectiek niet meer te voelen. Maar ik zal vooral het team missen, waar ik ontzettend fijn mee heb samengewerkt, AI is en blijft mensenwerk. Ik blijf op de achtergrond de NL AIC steunen en wens ieder zowel zakelijk als persoonlijk veel succes en alle goeds toe!”