Papier speelt al eeuwenlang een belangrijke rol bij het bijhouden van voorraden. Maar het simpelweg op papier noteren van het aantal nog aanwezige producten is natuurlijk van een heel andere orde dan de papieren sensors die MOOS momenteel ontwikkelt. Deze startup gebruikt daar speciaal, innovatief papier voor, waar met carbon een specifiek patroon op is geprint. Het gaat om een soort haakjes waar een stroompje doorheen wordt gestuurd. Als er een voorwerp op dit papier wordt neergezet, zorgt die druk ervoor dat de haakjes contact met elkaar maken, wat dan specifieke stroomsignalen oplevert. Vervolgens moet er nog wel AI aan te pas komen om die signalen te analyseren en accuraat te herleiden naar het product waar het om gaat. Of beter gezegd: producten. Want het gaat om grotere hoeveelheden.
Innovatief technisch papier
“Dat alles luistert nogal nauw”, benadrukt Xander Groesbeek, managing director bij MOOS. “Het kostte de uitvinder, de in Canada werkzame professor Koehly, maar liefst vijftien jaar om dit technische papier te ontwikkelen. De drie oprichters van MOOS, Marc Reunis, Pelle van Rees en Harm Hogenbirk, kwamen in 2020 op het idee om dat innovatieve papier in te zetten voor het digitaal bijhouden van voorraden bij retailbedrijven. Het handmatig tellen kost die bedrijven namelijk veel tijd, terwijl ze vaak al met een onderbezetting te maken hebben en het in deze tijd heel lastig is om nieuwe medewerkers te vinden. En camera’s ophangen en vervolgens via automatische beeldanalyse de voorraad laten berekenen, blijkt een nogal prijzige oplossing te zijn. Niet alleen vanwege de benodigde apparatuur, maar bijvoorbeeld ook omdat het bij het versturen van videobeelden om grote databestanden gaat. En RFID-chips? Die moeten handmatig op producten worden geplakt en bij het afrekenen weer worden verwijderd. Veel menselijke handelingen, waarbij de chips zelf ook vrij kostbaar zijn. Ook dat blijkt in veel gevallen dus geen passende oplossing te zijn.”
Gesubsidieerde AI-verkenning dankzij de MIT-regeling
En sensors van papier? Het daarvoor benodigde papier is relatief betaalbaar en je kunt het makkelijk op het benodigde formaat knippen. In vochtige omgevingen, zoals koelkasten, wordt er een kunststof coating toegevoegd, zodat het ook daar toepasbaar is. Allemaal low-tech nog. Maar de grote high-tech-uitdaging zit hem op het vlak van AI. En dat was voor MOOS dan ook een belangrijke reden om een beroep te doen op de MIT-regeling. Nadat de gevraagde subsidie in 2022 werd toegekend, kon de nadere verkenning naar de toepassingsmogelijkheden van AI beginnen.
Meer variabelen dan gedacht
MOOS ging een partnerschap aan met de Vrije Universiteit in Amsterdam. Francisco Blasques, professor of Econometrics and Data Science, heeft zich vervolgens samen met zijn studenten en de data scientists van MOOS gericht op het ontwikkelen van een datamodel. Groesbeek: “Toen werd voor ons pas echt duidelijk met hoeveel variabelen we te maken hebben. Het AI-systeem moet niet alleen getraind worden met informatie over het formaat en gewicht van producten, maar moet ook leren om rekening te houden met afwijkende situaties. Als een product bijvoorbeeld tegen een ander product aanleunt, veranderen de gewichten van beide producten. Ook het correct tellen van gestapelde producten bleek niet zo makkelijk als wij dachten. De druk dat het tweede blikje op het papier uitoefent is namelijk een stuk hoger dan die van blikje nummer 25, helemaal bovenop. Dat is echt een andere curve. Bij een stapel kun je de massa’s van alle afzonderlijke producten dus niet simpelweg bij elkaar optellen. Door dit soort principes was het echt hard werken om alle variabelen op de juiste manier in het model mee te nemen. Samen met de VU zijn we daar dan ook een groot deel van 2022 mee bezig geweest, en dat was mede mogelijk dankzij onze deelname aan de MIT-regeling.”
Pilotfase gestart
Inmiddels is de technologie betrouwbaar genoeg om daadwerkelijk bij bedrijven toe te passen. Daarbij gaat het tot dusver nog wel om pilots. Want als het niet helemaal naar behoren werkt, is dat op één locatie snel opgelost, maar als MOOS vervolgens diezelfde aanpassing ook nog eens bij 99 andere locaties van een bedrijf moet doorvoeren, gaat dat wel heel veel tijd kosten.
Internationale interesse
Aan animo ontbreekt het ondertussen niet. “Ik heb een innovatieachtergrond en kijk daarom ook altijd hoe het staat met de wenselijkheid, haalbaarheid en levensvatbaarheid van een innovatie”, zegt Groesbeek. “En inmiddels is het voor mij overduidelijk dat het qua wenselijkheid wel goed zit. Sterker nog: ik heb nog nooit meegemaakt dat er zoveel belangstelling was voor een nieuwe dienst. En dat geldt niet alleen voor retailbedrijven. Ook ziekenhuizen, schoonmaakbedrijven en hotelketens tonen interesse. We zijn dus duidelijk een oplossing aan het ontwikkelen voor een probleem dat bij veel bedrijven en organisaties speelt. Daarnaast blijkt uit de internationale interesse dat goed, betaalbaar en makkelijk opschaalbaar voorraadbeheer niet alleen een grote wens is van Nederlandse bedrijven en organisaties. Zo hebben we al verzoeken uit Azië gehad. Maar voor we de grens over gaan, willen we er eerst voor zorgen dat we onze oplossing hier in Nederland echt goed in de vingers hebben. Pas als dat het geval is, wordt het tijd om op te gaan schalen.”
Meer informatie?
Bezoek de website van MOOS. Of stel uw vragen via een email.
Interesse in de MIT-regeling?
Het mkb, waaronder ook veel startups, heeft een belangrijke economische en innoverende rol. Uit onderzoek blijkt dat het mkb tegen vele barrières aanloopt bij het toepassen van AI. De MIT AI call om de kloof tussen de kennisbasis en toepassing van AI-innovaties te overbruggen, wordt ondersteund vanuit het door de NL AIC ontwikkelde AiNed programma. Deze regeling wordt jaarlijks in het voorjaar herhaald tot en met 2026. Via de website van het AiNed programma blijft u op de hoogte.